1. Verlaag je snelheid
Nat wegdek zorgt voor minder grip, waardoor je langer nodig hebt om te remmen. Houd je snelheid lager dan normaal.
2. Houd extra afstand
Je remweg wordt langer op een nat wegdek. Zorg ervoor dat je minimaal twee keer zoveel afstand houdt als op een droge weg.
3. Controleer je banden
Zorg ervoor dat je banden voldoende profiel hebben (minimaal 1,6 mm, maar bij voorkeur 3-4 mm) om aquaplaning te voorkomen.
4. Vermijd plotselinge bewegingen
Abrupt remmen of sturen kan ervoor zorgen dat je auto de grip verliest. Rijd soepel en anticipeer op bochten en verkeer.
5. Zet je lichten aan
Zet je dimlicht aan.
Zorg ervoor dat je achterlichten goed zichtbaar zijn voor andere weggebruikers.
6. Pas op voor aquaplaning
Als je auto of stuur plotseling lichter aanvoelt en niet meer goed reageert:
Niet abrupt remmen of sturen!
Laat het gaspedaal voorzichtig los en houd het stuur recht totdat je weer grip hebt.
7. Gebruik je ruitenwissers en ontwaseming
Zet je ruitenwissers op de juiste stand om goed zicht te houden.
Gebruik je airco of ontwasemingsfunctie om beslagen ruiten te voorkomen.